Hier alle woorden van alle kernen van veilig leren lezen
VLL kern 1 tot en met 12
Op deze pagina staan ook allerlei andere oefeningen zoals rekenen
De Leesdas. 36 schooltelevisie-afleveringen
die aansluiten bij veilig leren lezen.
Hier veel woorden van veilig leren lezen
Hier veel meer filmpjes.
Hier veel you tube filmpjes van VLL
Klik HIER voor de website van Veilig leren lezen
Taal in groep 3
In Veilig leren lezen zijn de leerlijnen voor schriftelijke en mondelinge taal stevig verankerd.
Technisch lezen
Er is al vanaf kern Start aandacht voor het lezen van nieuwe woorden. De leerlingen gaan ook al vanaf het begin zinnen lezen. Hierdoor ervaren ze dat ze echt aan het lezen zijn en het biedt hen veel mogelijkheden om de leesvaardigheid te automatiseren. Een belangrijke rol hierin speelt Veilig & vlot. In de leerlingsoftware technisch lezen oefenen de leerlingen zelf op de computer of tablet.
Spelling
Het aanleren van de spellingvaardigheid is sterk gekoppeld aan het aanleren van de leesvaardigheid. Spellen biedt immers een sterke ondersteuning voor het lezen. Tijdens het spellen, bij voorkeur gecombineerd met het schrijven, moeten leerlingen elke klank actief omzetten in een letter. Dat bevordert de kwaliteit van klank-teken- en tekenklankkoppelingen. Een belangrijke rol hierin speelt Veilig gespeld. De leerlijn spelling is voor de maan- en zonlijn gelijk. Het schrijven van de letters biedt namelijk een sterke basis voor het goed inslijpen van de juiste spelling en het toepassen van de spellingstrategieën. Dit leerproces is óók voor de betere of excellente lezers van belang. De spellinglijn biedt uiteraard voldoende uitdaging voor de betere spellers.
Begrijpend lezen
In deze leerlijn wordt vooral gewerkt aan strategieën om leerlingen inzicht te geven in relaties tussen woorden en zinnen. In de werkboekjes leren ze op een gevarieerde wijze kennismaken met oefeningen op woord-, zins- en tekstniveau. Het aanleren van verwijs- en signaalwoorden staat daarbij centraal, bijvoorbeeld maar, want, hij, zij, deze, die, dat, hierop. Zo stimuleren we het verbale begrip en reiken we leerlingen hulpmiddelen aan om relaties tussen zinnen binnen een tekst te begrijpen. Bij de teksten die de leerlingen lezen in de leesboekjes, werken we verder aan strategieën ter voorbereiding op het begrijpend lezen. We leggen daarbij het accent op verhaalstructuur en verhaalanalyse (wie-wat-waarom-vragen, maar ook ‘probleem-hoe oplossen’ en ‘hoofdfiguren-bijfiguren’) en op het gebruikmaken van voorkennis.
Woordenschat
Met Veilig leren lezen werkt u gericht aan het uitbreiden van de woordenschat van uw leerlingen. Dat doet u onder andere met de woorden uit de ankerverhalen die bij elke kern horen en met woorden die gerelateerd zijn aan het thema van de kern. Met de Leerkrachtassistent kunt u op het digibord telkens nieuwe woorden tonen en op diverse wijzen aan de orde stellen. Uw leerlingen oefenen ook zelf met de leerlingsoftware woordenschat.
Spreken en luisteren
In de lessen met een toegepast karakter, de integratielessen, werkt u gericht aan doelen voor spreken en luisteren. Hierbij komen zowel gespreksvaardigheden, luistervaardigheden als vaardigheden voor vertellen en presenteren aan bod.
Leesbevordering
Naast bovenstaande leerlijnen schenkt Veilig leren lezen ook veel aandacht aan leesbeleving. Dit gebeurt met vragen die ingaan op de eigen ervaringen van kinderen met betrekking tot onderwerpen uit het ankerverhaal. In de leerlingsoftware leesbevordering beantwoorden de leerlingen met name dit soort vragen naar aanleiding van gelezen boeken. Met behulp van de Leerkrachtassistent kunt u de antwoorden klassikaal bespreken.
.